Carpoolende onderaannemers, houtbouw, elektrische graafmachines en een hele lange adem: bouwen in een beschermd natuurgebied is moeilijk, maar niet onmogelijk. Dat bewijzen de bouwer en een architect van een dierenziekenhuis in Doorwerth. Het verblijf komt – op nog geen drie meter afstand van een Natura 2000-gebied. “En nu gaan we naar nul, zeiden we na de zoveelste domper.” Je verzint het niet. Boersberg 2. In de gemeente Doorwerth, op nog geen drie meter afstand van een stikstofgevoelig eikenbos, staat een rode bouwkeet. Eindelijk, zou je kunnen zeggen, want lange tijd zag het er niet naar uit dat de bouw van deze ecologische Wildopvang door kon gaan. Of liever gezegd, door mocht gaan. Net zoals duizenden andere bouwprojecten werd ook dit plan geteisterd door de grillen van een stikstofuitspraak van de Raad van State in mei. De sfeer is beter sinds een paar weken. Eindelijk kan de schop de grond in. Nauwelijks drie meter van een Natura 2000-gebied. Elektrisch graven dat wel, het liefst nog voor de kerstkalkoen. Ja, dat is bijzonder.

6000 aangereden dieren per jaar

“Maar dat ging absoluut niet zonder slag of stoot”, benadrukt architect Daan Bruggink. Hij wijst naar de plek waar vanaf begin 2021 aangereden en zieke kleine zoogdieren en vogels zullen revalideren. Dat zijn er nogal wat. “Zomaar 6000 per jaar.” Hoe mooi wil je het hebben? Een diervriendelijk project in het wild. Gemaakt van natuurlijke materialen. Maar hoe ecologisch het ook is, lange tijd mocht dat niet baten. Gedoe met stikstof speelt ook dit energieneutrale, gasloze en ‘natuur-inclusieve’ project al ruim een jaar parten.“We zitten vlakbij een rijksweg. En hier begint de Veluwe. We zitten midden in een Natura 2000-gebied”, verklaart de architect de ‘beren op de weg’.

Voor de kerst

Eigenlijk zouden ze in de zomer beginnen met bouwen. Maar de puzzel werd telkens complexer. De vergunning hebben ze allang, het probleem was de ontheffing, die maar uitbleef. Bruggink: “Vorig jaar oktober vroegen we die voor het eerst aan, maar de provincie deed moeilijk en zei: jullie houden daar vogels, dus dat levert meer stikstof op. Toen zeiden wij: nee, die vogels zijn ziek, die zitten daar binnen en vliegen weer door zodra ze zijn hersteld. We gaan hier geen dieren fokken, deze leven hier al.”

Raad van State

Het gedoe met de vogels waaide over. Al goed, reageerde de provincie een paar maanden later. Daarmee was de ontheffing echter nog altijd niet binnen. Net toen de provincie akkoord wilde gaan, rekende de Raad van State af met de Nederlandse stikstofaanpak. “Nauwelijks uitstoot? We kunnen nu helemaal niets meer voor jullie doen, als de depositie hoger is dan nul”, kregen de bouwers toen te horen. “Beleid van Den Haag.” Weer een domper, maar de architect en de bouwer lieten zich niet kisten en bleven doorzoeken naar een oplossing. “Misschien kunnen we units plaatsen die de lucht schoon kunnen filteren?” – “Dat is geen bronmaatregel”, reageerde de provincie.

Volgend plan. “Laten we filters op de kranen zetten, zoals ze in de scheepsbouw ook al doen.” Weer was de provincie niet overtuigd: “Die filteren vooral roet, geen stikstof. Sorry, zolang jullie niet op nul zitten, kan het niet.”

De uitstoot van een hondendrol

Moedeloos. Dat werden ze. Zelfs bij ingenieursbureau Tauw. “Jullie stikstofuitstoot is te vergelijken met dat van een hondendrol, zeiden ze daar.” De opdrachtgever wist niet waar hij het zoeken moest. Vaker dacht hij, ik kap er mee. In september, bijna een jaar nadat de ontheffing was aangevraagd, was er nog altijd geen zicht op vooruitgang. “Misschien komt de commissie Remkes wel met een noodoplossing voor projecten met een minimale uitstoot”, hoopten ze. Ook die hoop bleek ijdel. “Toen zeiden we met elkaar, we wachten niet langer op de overheid: we gaan helemaal naar nul, dan hebben we ook geen ontheffing meer nodig.”

Het plan werd aangepast. Voor het verre tillen van materialen (dus niet voor het zware tillen) komen kleinere, elektrische kranen. Voor het graafwerk geldt hetzelfde: kleiner materieel en elektrisch. En alle onderaannemers zullen meegaan. Dit keer ging de provincie wel akkoord.

Kleiner en elektrisch materieel

“Of dit nog wel leuk is? Ja, hoor”, reageert bouwer Jan-Willem van Engen nuchter. Hij noemt het toekomstige verblijf een voorbeeldproject en blikt terug op een uitdagende periode. “De uitvoering duurt door de verschillende aanpassingen straks wel iets langer, maar dat heeft ook een voordeel: de depositie bereken je namelijk per jaar. Of het project duurder wordt? Nauwelijks.”

De onderaannemers overtuigen is wel een dingetje, weet de ecologische bouwbaas. “Waarom, waarom, willen ze weten. Waarom wil je een elektrische kraan? We hebben hier ook tien dieselkranen in de schuur staan. Iedere keer moet je uitleggen waarom dit nodig is. En zodra ze dat begrijpen, willen ze uiteindelijk wel mee. Ook zij zien dat dit een bijzonder project is.”

Architect Bruggink vindt onderaan de streep dat de afgelopen maanden vooral verhelderend zijn geweest.

Nieuwe inzichten

“Dit heeft ons ook het inzicht gebracht dat je het eigenlijk al goed doet als je ecologisch bouwt. Met een paar extra kleine ingrepen, kun je dan zelfs in een Natura 2000-gebied bouwen. Ook ik begrijp dat de bouw niet in een keer zo kan gaan werken, maar mijn boodschap aan bouwers en de Nederlandse overheid is wel dat ze schoner bouwen zouden moeten aanmoedigen en stimuleren.”

Deze aanpak smaakt hoe dan ook naar meer en brengt andere gemeenten op ideeën. “De gemeente (Nieuwkoop) gaat nu vermoedelijk uitvragen dat de bouw van een gemeentewerf volledig elektrisch moet. Als dat  zo is, zullen wij daar graag aan meewerken.”

Wildopvang Avolare komt middenin een stikstofgevoelig Natura 2000-gebied te staan. Het gebouw zal jaarlijks 6000 wilde dieren opvangen die ziek of aangereden zijn. Het gebouw gaat energie leveren, wordt van hout en circulair. Het hoofdgebouw wordt 1200 vierkante meter groot, de buitenverblijven 1100 vierkante meter. Het ontwerp is gemaakt door ORGA Architecten. Bouwbedrijf Van Engen is de hoofdaannemer.

Bron: CoBouw

Pin It on Pinterest

Share This